Ik heb mijn lichaam heel lang genegeerd. Aan de kant gezet.
De signalen die het gaf, wou ik niet horen en niet voelen. Het paste op dat moment niet in mijn planning en niet bij de persoon die ik dacht te zijn.
‘Nog even volhouden’, dacht ik dan. Het brak mij vaak zuur op want ik besef nu dat het lichaam altijd wint. Altijd. Hoe harder ik de eerdere signalen negeerde, hoe erger mijn spanningshoofdpijn werd. Mijn lichaam dwong mij letterlijk om stil te staan. Ik kón gewoon niet meer. Ik kon enkel liggen. In bed. Rolluiken toe. Oogmasker op. Oordoppen in. Een pijnstiller nemen en tijgerbalsem op de verkrampte spieren smeren in mijn rug en nek. Elke keer opnieuw.
Blijkbaar was ik hardleers.
En voor wat? Of voor wie? Om in de pas te lopen. Om graag gezien te worden. Bang voor de meningen van anderen.
De voorbije jaren heb ik vele stappen gezet. Babystapjes in het begin. Ondertussen is het een gewoonte geworden om vaak in te tunen op mijn lichaam. Echt aandacht te geven aan hoe het op dit moment met mij gaat en eventuele behoeftes te vervullen. Zo simpel en toch o zo moeilijk.
Ondertussen omarm en respecteer ik mijn lichaam en de signalen die het mij geeft. Ik zie deze signalen en 'klachten' niet meer als last maar als waardevolle alarmbellen. Met als gevolg dat mijn lichaam nu niet meer zo hard moet schreeuwen om mijn aandacht en ik nu véél minder hoofdpijn heb.
Ons lichaam draagt zo ongelooflijk veel wijsheid in zich. Ik vergelijk het met een ijsrots in zee. We richten ons vaak alleen maar op het stukje boven het wateroppervlak, ons hoofd. Maar we ‘vergeten’ dat er zich nog zoveel wijsheid onder water bevindt, nl ons lichaam en ons gevoel.
We richten ons zo gemakkelijk op onze to do’s. We ‘moeten’ ook zo verschrikkelijk veel en vooral ook van onszelf. Ik trap zeker nog af en toe in de valkuil van ‘blijven doorgaan’. Maar nu veroordeel ik mijn lichaam niet meer.
In alle zachtheid en zonder oordeel tune ik in op mijn lichaam en gevoel. Dan ontstaat er ruimte in mijn hoofd. Oplossingen en antwoorden op vragen komen zomaar opborrelen. Elke keer weer sta ik er versteld van. Ik voel wat ik écht nodig heb. Ik voel wat ik écht wil. Ik voel mijn vuur branden.
Ik excuseer mij dus tegenover mijn lichaam, heel oprecht. Omdat ik haar signalen vroeger zo vaak genegeerd heb.
Ik voel dankbaarheid.
Geen oordeel.
Wel zachtheid en veel liefde.
Zoals de glimlach van een oude, wijze vrouw.
In 'Het HSP inspiratieboek' vind je tips en inzichten om meer rust te vinden in jezelf.
Comments